Je zadel op de juiste manier monteren
Met het juiste zadel kun je iedere keer dat je opstapt, optimaal genieten van je fiets. Maar alleen als het correct gemonteerd is. Zodra je het zadel hebt gekocht, is het dan ook heel belangrijk om het goed af te stellen. Voorkom het fysieke ongemak dat een onprettige houding op lange afstanden veroorzaakt als het zadel verkeerd is afgesteld.
Drie afstellingen van het zadel zijn belangrijk om optimaal van het fietsen te genieten: hoogte, setback en kanteling.
1. De juiste zadelhoogte bepalen
De zadelhoogte (naast andere positioneringsparameters) heeft direct invloed op klachten als rugpijn en kniepijn. Het is daarom van groot belang om deze parameter goed op orde te hebben.
Nu volgen twee methodes om tot de juiste zadelhoogte te komen: de eerste is empirisch, gebaseerd op een wiskundige formule en de tweede is sneller, maar minder nauwkeurig.
Methode 1
Meet eerst je ‘paard’: ga op blote voeten staan met een boek tussen je benen (dit fungeert als de steun van het zadel) en vraag iemand de afstand te meten tussen de grond en de bovenkant van het boek. Dit noemen we paard.
Het paard vermenigvuldig je met 0,883 om tot de aanvangszadelhoogte te komen. Als je bijvoorbeeld een paard hebt van 80 cm, is de juiste zadelhoogte 70,6 cm.
Hoe wordt deze meting bepaald? Houd de meter naast de zitbuis, van de as van het bottom bracket (het middelpunt waar de cranks om draaien) tot de bovenkant van het zadel.
Methode 2
Als je niet veel tijd hebt om de zadelhoogte in te stellen, kun je naast de fiets gaan staan en het zadel optrekken tot het tegen je zij aankomt. Dit is een snelle methode, maar je moet wel meteen een stukje gaan fietsen om na te gaan of het zadel niet te hoog staat.
In beide gevallen moet je na het afstellen proberen of het de juiste hoogte is.
Zet de fiets tegen een wand of op een voetstuk, klim erop en breng je rechtervoet naar beneden, tot het dode punt. In deze positie (met de handen op het stuur) maak je een foto en kijk je goed: het been mag niet helemaal gestrekt zijn en de punt van de voet moet licht omlaag wijzen.
Als het been recht is en de voet te sterk gebogen, moet je het zadel een paar millimeter lager zetten en het opnieuw proberen. Als het been echter te veel gebogen is en de hiel lager staat dan de punt van de voet, dan zit het zadel te laag. Zet het een paar millimeter hoger en probeer het opnieuw.
Ga zo door tot je de juiste middenweg vindt en je soepel kunt trappen.
2. De juiste setbacl van het zadel bepalen
Ga voor het bepalen van de juiste setback op de fiets zitten met je rechtervoet in de duwstand of zet het rechterpedaal recht, evenwijdig met de grond in de richting van het voorwiel. Maak een foto en kijk naar je rechterknie: als je aanzet, moet de voorrand van de knieschijf in één lijn staan met het pedaal.
Als de punt van de knie, dus de voorrand van de knieschijf, voor de punt van de voet staat, dan zit het zadel te ver naar voren. Staat de knie verder naar achteren dan de hiel, dan zit het zadel te ver naar achteren. Hoe doe je dit? Schuif het zadel in stapjes van 3 mm naar voren of naar achteren (naargelang je situatie) en stap weer op.
Het hoeft natuurlijk niet perfect, maar hanteer dit als norm en denk er altijd aan dat die houding aangenaam moet voelen tijdens het trappen.
3. De kanteling van het zadel afstellen
De laatste belangrijke parameter is de kanteling van het zadel: uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dit bij een verkeerde afstelling rugpijn kan veroorzaken.
Er is geen standaardafstelling, iedere fietser heeft een andere voorkeurshouding. Dit hangt af van de fietshouding (Athletic, Moderate of Relaxed), het type fiets, je lichaamsbouw en het zadelontwerp.
Je kunt de juiste kanteling bepalen aan de hand van de volgende stappen. Plaats het zadel eerst evenwijdig aan de grond: zet een boek of een waterpas op het zadel, van de achterkant naar de punt van het zadel met nul kanteling.
Stap op de fiets en ga trappen. Er kunnen drie dingen gebeuren:
• Het bekken beweegt correct en je voelt geen ongemak in je kruis: de hoek van het zadel is goed
• Je bekken wordt in de beweging tegengehouden en je voelt druk onder je kruis: de neus van het zadel staat nog te hoog, je kunt het beter een paar graden kantelen;
• Je schuift tijdens het trappen naar voren en voelt veel druk op je armen: het zadel helt teveel omlaag. Verklein de hoek, breng de neus iets omhoog en probeer het opnieuw.
Zodra deze drie afstellingen klaar zijn, moet je het zadel alleen nog vastdraaien met een momentsleutel (niet verder dan het aanbevolen aanhaalmoment dat op de fiets staat of de fabrikant voorschrijft). Draai in ieder geval de klembout van de zadelpen stevig vast. Pak tot slot het zadel stevig voor en achter vast en probeer het te bewegen: het mag niet bewegen.
Nu het zadel geïnstalleerd is en correct is afgesteld, wensen we je veel fietsplezier!